In de afgelopen weken heb ik actief met een nieuwe groep getraind en ervaar het weer als bijzonder om de verhalen te horen wat voor deelnemers het krachtige en helende effect is van het beoefenen van Mindfulness op het werk. De aandacht die met Mindfulness gecultiveerd wordt, zouden we kunnen vergelijken met een soort licht dat we laten schijnen op onze ervaringen. En als we dat licht maar lang genoeg laten schijnen, lossen de mistbanken in onze innerlijke wereld langzaam op en ontdekken we nieuwe mogelijkheden en kansen.
Ik zie in de dagelijkse praktijk dat medewerkers en leidinggevenden (in de gezondheidszorg) onder grote druk staan. Druk die veroorzaakt wordt door targets, verzuim op de werkvloer, reorganisatie op reorganisatie, steeds veranderende dynamieken in complexe doelgroepen met daarbij vaak een druk privéleven. Daar waar de jonge dertiger nog de illusie kan hebben zich te kunnen uiteenzetten met al deze factoren, zien we dat veel andere (en oudere) medewerkers onderuit dreigen te gaan. Mindfulness begint met de erkenning dat we geneigd zijn dingen op de automatische piloot te doen en met het voornemen te leren hoe we die het beste uit kunnen schakelen en ons bewust worden van elk moment. Doordat we niet of onvoldoende opmerken wat we doen, hoe we ons voelen, wat we denken, wat er om ons heen gebeurt, kan dit gemakkelijk leiden tot toename van lichamelijk en psychische klachten.
Aandachtig leven is niet iets wat we zomaar kunnen; het vraagt inspanning om dat te leren. Door ons meer bewust te worden van onze gedachten, gevoelens en lichamelijke gewaarwordingen van moment tot moment, geven we onszelf de mogelijkheid van een grotere vrijheid en keuze. We hoeven niet meer in dezelfde oude denkpatronen terecht te komen die de problemen in het verleden veroorzaakt hebben.
Als mens doen wij dingen. Doen is nuttig. Doen is doelgericht. Het heeft ons veel opgeleverd. De hele economie draait op doen. Met doen kun je je huidige situatie veranderen. Je volgt een plan van de geest; als ik dit doe, dan wordt het straks of later beter. En juist daar zit voor ons de grootste crisis. Het is een illusie wanneer we denken ons werk of dagelijks leven met als z’n dynamieken te kunnen sturen of controleren. Het ene probleem lijkt opgelost en het volgende dient zich alweer aan. Als dit langere tijd de dagelijkse gang van zaken is, ligt een burnout voor de hand. Zou het dan toch zinvoller om te leren anders om te gaan met al deze veranderende factoren?
Daarvoor hebben we te leren waarnemen. Werkelijk waarnemen in onszelf. Tegenover de modus van “doen” staat de modus van “zijn”. In de modus van “zijn” is het oké zoals het is. We ervaren als het ware dat het huidige moment zich ontvouwt in plaats van gemaakt moet worden. Omdat er niet gestreden of gepresteerd hoeft te worden, kan het lichaam zich ontspannen, het krijgt de kans zich te herstellen. De adem is hierbij een krachtig middel, een soort anker om steeds weer terug te keren naar het hier en nu. Ieder moment weer. En met milde vriendelijkheid.